Afbeelding boven rechts: Kambambar – Torenbrug bij nacht – elektronische tekening Micha Beuger
Index Pagina
A Vlinderdans A

www.buitenaards.net

◄ Index Website


Aurorion – architectuur

▼ Bouwmaterialen
▼ Bouwwijzen
▼ Ahúrabad – Torenbrug
▼ Ahúrabad – Koninklijk Paleis
▼ Paleis na de renovaties
▼ Paleistuin
▼ Ahúrabad – Bolwerkbrug
▼ Ahúrabad – Oude Stadshart
▼ Ahúrabad – Centraal Station

Alle op deze webpagina genoemde maten zijn slechts bij benadering.
Sommige tekeningen zijn expres vertekend getekend om de vormgeving beter te laten uitkomen.



Ahúrabad is het Mekka van authentieke architectuur in ons melkwegstelsel – kortom ons Galactische Barcelona.
Vooralsnog wordt slechts een fractie hiervan op deze webpagina behandeld.

Vanaf Albaran zijn alle aardse sterrenbeelden onzichtbaar, maar Aurorion ademt duidelijk de sfeer van Steenbok.
Voor de goede orde, in geen enkele horoscoop van mij komt ook maar een fractie van Steenbok voor.

Als je de Auroriaanse met onze aardse architectuur vergelijkt, vind je opvallende overeenkomsten.
Maar ook frappante verschillen. Aurorion kent geen religies, dus staan daar ook geen kerken of tempels.
Het straatbeeld is er extreem rustig, dankzij het vrijwel ontbreken van gemotoriseerd verkeer, masten en borden.
Veel verlichting en verlichte info – ook straatnamen en huisnummers – bevinden zich in het kunststof wegdek.

Auroriaanse architectuur is sober, vloeiend en wiskundig. Vorm en functie vormen een harmonisch geheel.
Aurorianen zijn dol op symmetrie. Daarom is elk bouwsel ofwel perfect symmetrisch, ofwel totaal asymmetrisch.
Er zijn beschermde natuurlandschappen en stadsgezichten met buitengewoon strenge bestemmingsplannen.
Volgens alle zichtlijnen moeten dergelijke gebieden er harmonisch uitzien. Althans aan de buitenkant.
Zo hebben gebouwen, die tussen wijken met verschillende bouwstijlen staan, verplicht verschillende gevels.

Kambambar – (de westelijke uitkijk) Torenbrug – is een van de markantste bouwsels in ons melkwegstelsel.
De torenkap moest er exact – spits peervormig – uit zien als die van de twaalf torens van het Koninklijk Paleis.
Er bestaan immers vele zichtlijnen, waarlangs deze beide bouwwerken tezamen in beeld zijn.

Ràboðin – heilig voor Aurorianen – is een van de oudste – 3,5 miljoen jaar – en fraaiste Galactische paleizen.
Alle later aangebrachte technologieën werden daar onzichtbaar in weggewerkt.
Net als in gerenoveerde authentieke stadswijken, waar straten zelfs opnieuw met basaltblokken zijn geplaveid.
Aan de andere kant zijn er ook gebieden, waar je mag bouwen zoals je wilt – zolang het maar schoon en veilig is.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Bouwmaterialen
Op Aurorion wordt milieuvriendelijk en duurzaam gebouwd, met hergebruik van de meeste materialen.
Bouwen met hout is daar zo goed als taboe. Er bestaan wel kunststoffen, die niet van hout zijn te onderscheiden.
Ook beton en asfalt worden nog slechts sporadisch toegepast. Beide werden massaal vervangen door kunststof.
Al miljoenen jaren wordt natuursteen het meest gebruikt. Glad, ruw, hard, zacht, basalt, graniet, leisteen, marmer.
Hun metaallegeringen lijken nog het meest op ons aluminium. Uiterst licht, sterk, taai en duurzaam.

Alle glasachtig materiaal is onbreekbaar, krasvast en zelfreinigend.
Er bestaat ook zogenaamd intelligent glas.
Daarvan is de doorzichtigheid van de beide oppervlakken elektronisch regelbaar.
Die panelen dienen tevens als tweezijdige beeldschermen.
En als lichtbronnen, in diverse sterktes en in alle kleuren van de regenboog.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Bouwwijzen
Omdat Aurorion alle ruimte heeft, wordt daar vanaf het begin meer in de breedte dan in de hoogte gebouwd.
Uitzonderingen zijn de Torenbrug en het stationsgebouw Centrum in Löbad, de hoofdstad van de regio Zuid.
Overal elders vind je maximaal vier bouwlagen, met sporadisch maximaal zes ondergrondse verdiepingen.
In tegenstelling tot bij ons, worden alle etages consequent van boven naar beneden genummerd.
Zelfs alle tussenverdiepingen – in het kader van het aldaar favoriete split level – hebben hun eigen nummers.
In aparte kolommen wordt toelichting gegeven over boven- of ondergronds, toegankelijkheid en functie.
De standaard plafondhoogte van ruimtes en openbare voertuigen is 9 Auroriaanse el, dus iets meer dan 2,5 m.
Maar veel kamers en zalen, vooral van publieke gebouwen, zijn een stuk hoger.

Aurorianen hebben traptreden altijd al vermijd, mede vanwege de vele toeristen met afwijkende lichaamsbouw.
Overal vind je daarom hellingbanen, al dan niet voorzien van magnetische, metalen transportbanden met leuning.
Op lange promenades en perrons heb je horizontale transportbanden. Hun snelheid is thans maximaal 10 km/uur.
Alle drietrapssystemen, met topsnelheden van 30 km/uur, zijn verlaten, vanwege de vele ongevallen met toeristen.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Ahúrabad – Torenbrug
Kambambar – Torenbrug – blijkt een complexe, symmetrische, wiskundige constructie van allerlei 3D-vormen.
Met rechten, cirkels, ellipsen, hyperbolen, parabolen en nog veel meer. En bij nader inzien zonder tuidraden.
Alle vormen gaan strak, vloeiend en naadloos in elkaar over. Alsof dit hele bouwwerk uit één stuk bestaat.
Van buitenaf zijn slechts twee bouwmaterialen zichtbaar. En wel elk in één kleur, zij het ietwat parelmoerachtig.
Een paarsig, donkergrijs metaal in zijdeglans. En een ietwat getint glas, van buitenaf vrijwel ondoorzichtig.
Zelfs het treinstation heeft aan de buitenkant geen logo of opschrift, zodat dit concept consequent is doorgevoerd.
Kandumbar – de Tweede Westbrug – werd in diezelfde stijl gerenoveerd, zodat beide bruggen nu harmoniseren.

Achtergrondinformatie
Op het huidige Aurorion worden alle bruggen tegelijkertijd gepasseerd door alle schepen en het overige verkeer.
Aan de westkant van de hoofdstad lopen – over het brede deel van de Ahuran – twee metalen spoorbruggen.
Langs de westelijke gemeentegrens een tweesporige – op metalen poten in het water – voor de perifere ringlijn.
En een – in oorspronkelijk gelijke stijl – vanuit ondergronds tot Westpark – enkele km ten westen van het centrum.
Daarna loodrecht over de rivier en boogvormig over de gehele industriezone – tot station Ahúrabad Zuid.
Dit was de oude route van de duizenden km lange noord zuid flitslijn, die later werd verlegd via een nieuwe tunnel.
Van Centrum naar Zuid – een kaarsrechte en snellere route. De oude spoorbaan bleef liggen voor calamiteiten.

Men besloot die brug om te vormen tot een toeristische attractie. Onder het midden werd een eiland aangelegd.
Hierop kwamen congreszalen, restaurants en faciliteiten voor velerlei watersport, waar Aurorianen dol op zijn.
In het hart staat een ruim 1.200 m hoge uitkijktoren, wijdbeens met vier hyperbolische poten in het water.
De onderkant lijkt zo een beetje op onze Eiffeltoren in Parijs, maar is veel robuuster en soberder uitgevoerd.
Vier doorzichtige magneetinductieliften brengen je razend snel op elk niveau van de centrale toren.
De vier diagonale, kromme poten dragen de toren, het ondergebouw en het middendeel van de brug.

De torenspits heeft – vanwege de zichtlijnen – dezelfde peervorm als van alle torens van het Koninklijk Paleis.
Van onder de kap kun je over de hele stad en regio kijken. Torenbrug is het hoogste bouwwerk van die planeet.
De brug werd verbreed, zodat alle verkeersvormen er over gaan. Men maakte de toren per spoor bereikbaar.
Door de opgeheven – maar deels weer aangelegde – tramlijn over de Torenbrug te verlengen naar station Zuid.
Die tram kreeg haltes in de toren en aan beide einden van de brug. Met voor de zekerheid ook drie treinhaltes.
Deze attractie werd weldra zo druk bezocht, dat ook die drie treinhaltes in de dienstregeling werden opgenomen.
Thans telt dit traject, van Centrum tot Zuid, vier treinsporen, met soms per richting viermaal per minuut een trein.



Brugdekken
De bovendekken van beide westelijke bruggen zijn thans 40 m breed en geschikt voor minstens vier treinsporen.
De Tweede Westbrug – langer omdat de Ahuran aldaar breder is – volstaat probleemloos met twee sporen.
De ruimte tussen die beide sporen is opgevuld door een doorzichtige plaat – ter beschutting van het onderdek.
Het onderdek van beide bruggen is 30 m breed. Met in het midden vier rijstroken voor gemotoriseerd verkeer.
En aan weerszijden een tweerichtingsfietspad. En aan beide buitenkanten een breed voetpad.
Ook de vier oever knoopstations van beide bruggen zijn nu gelijkvormig. Met stationshallen op kadeniveau.

Beide onderdekken liggen 60 m boven de waterspiegel van de Ahuran – voldoende voor de grootste schepen.
De standaard overspanning is 60 m. Breed genoeg voor probleemloze doorvaart van niet al te grote vaartuigen.
Elke 60 m worden beide bruggen gedragen door tweemaal twee hyperbolische metalen poten. Net een rups!

Bij de Torenbrug verbreden die brugdekken zich in het midden tot 120 m – het bovendek tot rangeerterreinen.
In het onderdek – en een verdieping lager – scheiden alle verkeersstromen zich via ongelijkvloerse hellingbanen.
Ter weerszijden van het centrale Torenbrug gebouw is de doorvaart ruim 120 m breed – binnen de torenpoten.
Hier kunnen alle soorten schepen langs varen. Of bij het kunstmatige eiland aanmeren.

Panoramakap met centrale liftschacht
De peervormige kap is niet voor publiek toegankelijk. De vier liften stoppen hier wel – namelijk op verdieping nul.
Het cirkelvormige panoramaplatform – verdieping 1 – is 120 m breed en voorzien van verrekijkers en horeca.
De kijkopening wordt van boven en van onderen begrensd door een torus. De bovenste gaat in de torenkap over.
De onderste torus rust bij de diagonale windstreken op de vier verticale uitlopers van de poten van de toren.
Tussen beide torussen lopen 12 witte – dus op afstand bijna onzichtbare pilaren – met 12 kleurloze schuiframen.
Die kunnen, bij gunstig weer, onafhankelijk van elkaar zakken, zodat er enigszins een openluchtsituatie ontstaat.
Zowel overdag als 's nachts lijkt het – net als bij het Koninklijk Paleis – alsof de torenkap in de lucht zweeft.

De doorzichtige liftschacht is slechts 9 m breed en herbergt vier doorzichtige liften.
Deze hebben een kwartcirkel doorsnede en kijken uit op de vier rechte windstreken.
De afstand tussen verdieping 1 en verdieping 2 – de bovenste stationshal – bedraagt ongeveer 1 km.
Die wordt naar beneden toe in vrije val afgelegd. Het publiek wordt dan ook geborgd met veiligheidsbeugels.
Reizen met deze supersnelle liften is zodoende al een attractie op zich.

De ruimte tussen het verticale deel van de poten en de liftschacht is opgevuld met acht dunne metalen platen.
Tussen die platen – twee aan twee – bevinden zich diverse weggewerkte kabels, buizen en dragende stangen.
Zodoende ziet de toren er vanaf een afstand uit als een massieve torenschacht, net als van het Koninklijk Paleis.
Vanaf ongeveer de halve hoogte buigen de poten zijdelings af en worden de verbindingsplaten geperforeerd.
Door scheve, ietwat eivormige gaten. De onderste als scheve, topparabolische poorten voor de scheepvaart.

Ondergebouw met treinstation
Dit bouwwerk is ongeveer 90 m hoog en heeft een vierkant grondoppervlak van circa 500 bij 500 m.
Het bestaat van buiten voornamelijk uit glas – met zeer dunne metalen kozijnen en tussenstijlen.
In alle vier de gevels komt de topparabool meermalen voor.

De thans bovenste vijf verdiepingen van het ondergebouw worden ingenomen door het treinstation Torenbrug.
De perronhal was vroeger één geheel, met een 450 m lange kap, met als dwarsdoorsnede die topparabool.
Paraboolkappen zag je vaak bij stations met over de buiten sporen treinen en over de binnen sporen trams.
Een tram vergt – vanwege het bovenleidingsysteem – meer hoogte dan een bovenleidingloze trein of metro.

Thans zweven over de Torenbrug uitsluitend treinen en zijn sporen en perrons door glaswanden gescheiden.
Over de bewegende glaswanden is een doorzichtige tussenvloer geplaatst – die van de bovenste verdeelhal.
Dankzij vele liften en (rollende) hellingbanen geraakt men vlot en comfortabel op elk gewenst perron of voetpad.

Haaks op de parabolische kap over alle sporen loopt een gelijke kap, zodat de stationshal een kruisvorm heeft.
De uitlopers van de beide buitenste perrons vormen in split level één geheel met de bovenhal – ofwel verdeelhal.
Dit alles bij elkaar levert enorm veel ruimte op, met ruimschoots plaats voor alle mogelijke stationsfaciliteiten.
Het middelste perron is het breedst, mede omdat dit wordt doorsneden door de centrale liftschacht van de toren.
Verder zijn alle perrons, behalve beide buitenste en smalste, ingesneden door in totaal 8 kopsporen.
Die kopsporen worden gebruikt voor extra treinen, museumtreinen en huurtreintjes.
Bij de koppen duiken die sporen onder het perron door, zodat de huurtreintjes verder over de weg kunnen rijden.

De verdiepingen 4 en 5 bevatten verticaal cilindrische stationshallen voor fietsers en het overige verkeer.
Met voorzieningen als stalling, reparatie en verhuur. En een centrale rotonde voor gemotoriseerde voertuigen.
De overige verdiepingen herbergen onder andere congreszalen, restaurants en sportcentra.
De onderste verdieping is geheel in gebruik voor diverse soorten watersport.
Met buitenvoorzieningen zoals haventjes, steigers en stranden.
In samenhang met soortgelijke voorzieningen aan de noordoever en de zuidoever van de Ahuran.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Ahúrabad – Koninklijk Paleis
Ràboðin – letterlijk Koningshaven – is het Koninklijk Paleis, ofwel het planetaire regeringscentrum van Aurorion.
De hoofdvleugel is tevens de Albaran zetel van de Galactische Federatie. Hun zegel prijkt boven alle poorten.
Het is een van de oudste, fraaiste en duurzaamste fysieke gebouwen in ons melkwegstelsel.
Dit paleis ligt op een kunstmatige heuvel in het huidige stadsdeel Noord van de planetaire hoofdstad Ahúrabad.
Het bovengrondse gedeelte is – in de 3,5 miljoen jaar van haar bestaan – uiterlijk nagenoeg onveranderd.
Na Torenbrug en Löbad Centrum is dit – met slechts drie verdiepingen – het hoogste gebouw van de planeet.
De voorgevel loopt van west naar oost en kijkt uit op het zuiden. Het gebouw ligt niet op evenaar of nulmeridiaan.

Het is fijn om er in en rond te vertoeven. De meeste personen worden hier heel kalm en blij van.
De buitenkant is opgetrokken uit massief graniet in diverse blauwachtige grijstinten, van bijna wit tot bijna zwart.
Levendig en twinkelend, met ook lila, zalmroze en gouden spikkels. Verder metaal, kunststof en intelligent glas.
Alle elementen tezamen, vormen een symfonie van harmonisch wiskundig repeterende rechte en ronde vormen.
De gehele buitenkant is spiegelsymmetrisch. Vele patronen worden gelijkvormig op kleinere schalen herhaald.
De voornaamste meetkundige figuren zijn rechthoek, vierkant, cirkel, guirlande, arcade, torus en spitse peervorm.
Ondanks deze veelvormigheid, is de bouwstijl – voor die tijd – opvallend strak, sober, rustgevend en majestueus.



Het oude hoofdgebouw
Het kerngebouw telt drie bouwlagen van elk circa 10 m hoog, op een grondvlak van 120 m breed en 90 m diep.
Met op elke hoek een toren met peervormige spits. En één centrale, 2 x zo brede, peerachtig gekapte koepel.
Al gauw volgden twee inspringende zijvleugels van 75 x 75 m, met elk twee hoektorens en één centrale koepel.
De maten van die zijvleugels verhouden zich tot die van het hoofdgebouw volgens de gulden snede, dus 1 : 1,61.
Tot slot aan voor- en achterzijde hoofdgebouw aanbouwsels van 24 x 18 m x halve gevelhoogte met hoektorens.
Het voorste fungeert als poortportaal, het achterste als serre. Beide aanbouwsels hebben een klein dakterras.
Het oude hoofdgebouw en de beide zijvleugels zijn voorzien van grotere dakterrassen, deels van intelligent glas.
Beide zijvleugels hebben elk drie optisch identieke gevels. West- en oost- aanzicht zijn symmetrisch en identiek.
Ook de brede noord- en zuid- aanzichten van het bovengrondse hoofdgebouw zijn symmetrisch en optisch gelijk.
De vloer van de bovenste verdieping van het hoofdgebouw ligt even hoog als de dakterrassen van de zijvleugels.

Het paleis telt vele tientalen zalen en kamers, vrijwel allemaal met behoorlijk veel daglicht en buitenlucht.
De meeste binnenwanden zijn simpel te openen of te verplaatsen, zodat de indeling niet geheel vast ligt.
De troonzaal is de volle drie verdiepingen hoog en krijgt tevens daglicht vanuit de breedste, centrale dakkoepel.
De horizontale begrenzingen zijn enigszins parabolisch, met de dakkoepel in het brandpunt van de parabool.
Deze troonzaal grenst over een groot deel van de breedte aan het midden van de noordelijke gevel.
Aan de zuidkant van de aldaar bolle begrenzing is ruimschoots plaats voor diverse andersoortige vertrekken.
Zoals een grote ontvangsthal op de begane grond en een vrij grote vergaderzaal op de tussenverdieping.
De troonzaal is majestueus ingericht, met zuilen en een gouden troon met aan weerszijden een kleinere troon.
De rest van het meubilair staat ongeveer halfcirkelvormig in een theateropstelling van drie verdiepingen hoog.
Het plafond van de troonzaal vertoont spectaculaire welvingen, die tevens de akoestiek ten goede komen.
Beide zijvleugels hebben een centrale vergaderzaal van hun volle gevelhoogte, midden onder hun dakkoepels.

Torens en tuinmuur
Alle torens zijn trappenhuizen, oorspronkelijk bestaand uit schroefvormige, treeloze hellingbanen, wat lastig loopt.
Ter wille van de strikte symmetrie, draaien die schroeven consequent met de klok mee of daar juist tegenin.
Aan de gebouwkant zijn alle torens opengewerkt, zodat ze beter toegankelijk zijn en ruimer daglicht ontvangen.

De paleistuin, van ongeveer 1 x 1 km, is omringd door een muur, die de meeste patronen van het paleis herhaalt.
Haar tientallen torentjes dienen als lantarens. Haar vier poorten zijn gelijkvormig aan de beide aanbouwsels.
Alle torens van paleis en muur hebben exact dezelfde vorm, maar die van de tuinmuur zijn veel kleiner.
De 4 hoektorens van de tuinmuur zijn even groot als de 12 poorttorens, met nooduitgangen aan de binnenzijde.

Het gebouw ligt even ver van de noord- , west- en oost- muren af, zodat het zuidelijk deel van de tuin het diepst is.
De noordelijke poort is de enige, van waaruit geen oprijlaan loopt. De drie oprijlanen komen uit op het voorterras.
Alle – iets donkerdere – torenschachten zijn cilindrisch en hebben geen ramen, maar wel verticale accentribbels.
Alle hebben ze een rechtopstaand cilindrische bovenruit en een spits peervormige kap met staak.
Elk cilinderraam grenst met een torische ring aan de kap – en gaat daarin over – en een aan de torenschacht.
Alle dakterrassen en bovenkanten van de tuinmuur zijn afgezet met guirlandeachtige kantelen en staken.
De circa 80 cm dikke tuinmuur heeft zowel aan haar binnen- als aan haar buitenzijde een rij kantelen.
Tussen beide kantelenrijen kun je over de hele muur lopen, waarbij je telkens door een torentje heen gaat.

Gevels
De gevels bestaan tussen de ramen uit verticale granieten kolommen in een fraai reliëf en kleurstelling.
Recht boven elke kolom prijkt een staak van de guirlandeachtige kantelen. Ramen en kantelen lopen gelijk.
Tussen twee kolommen bevindt zich over vrijwel de volle hoogte een raam met een arcadische bovenbegrenzing.
Elk raam is in de breedte verdeeld in acht ruiten, van in de grootste maat 150 cm breed en 240 cm hoog.
Van sommige ramen fungeren de vier binnenste onderste ruiten thans tevens als magnetische schuifwand.
Torenbreedte in cm: hoofdvleugel 1200, zijvleugels 740, poortvleugels en hoeken tuinmuur 600, tuinmuur 370.
Koepelbreedte: hoofdvleugel 2400, zijvleugels 1480. Breedte poorten en beide ramen boven aanbouwsels 2400.
Raambreedte: hoofdvleugel noord- en zuid- gevel 1200, zijvleugels en de west- en oost- gevels 740, tuinmuur 370.
Hoogtes: hoofdvleugel 3000, zijvleugels 1860, poortgevels 1500, tuinmuur 930. Breedte tuinmuursegment 15000.

Hoogste punt: boveneinde staken van dakkoepel en hoektorens hoofdgebouw, circa 60 m boven het voorterras.
Breedte-indeling noord- en zuid- gevel: toren, 9 ramen, toren, 4 ramen, torentje, poort en breed halfhoog
bovenraam boven elkaar, torentje, 4 ramen, toren, 9 ramen, toren.
Alle kantelen van hoofdgebouw, van beide aanbouwsels en boven alle poorten zijn gelijk qua breedte en hoogte.
Breedte-indeling west- en oost- gevel hoofdgebouw: torentje, 2 ramen aanbouwseltje, toren, 1 raam volle hoogte,
toren, 9 ramen vanaf dakterras zijvleugel, toren, 1 raam volle hoogte, toren, 2 ramen aanbouwseltje, torentje.
Al die ramen zijn even breed als die van de zijvleugels, evenals de kantelen boven die ramen.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Paleis na de renovaties
Zodra op Aurorion modernere technologieën beschikbaar kwamen, werden die toegepast in het Koninklijk Paleis.
Die hadden het gebouw afschuwelijk ontsierd, met al die bordjes, buizen, kabels, schakelaars en lichtarmaturen.
In plaats van fout op fout te stapelen, wachtte men geduldig de komst van nóg geavanceerdere technologieën af.
Alleen al de planning van deze renovatieprojecten – was dat twee miljoen jaar geleden? – besloeg vele decennia.
Het gebouw moest er uitwendig en inwendig exact uitzien als bij de oprichting.
Maar ook aanvallen met kernwapens kunnen doorstaan.



Ondergrondse uitbreidingen
Gelukkig was al bij het leggen van de fundering rekening gehouden met uitgebreide ondergrondse uitbreidingen.
Die werden het eerst gerealiseerd, in zes lagen van 2,5 m hoog, met een nieuwe, noordoostelijke publieksentree.
Bouwlaag -2 ligt op hetzelfde niveau als het granieten trottoir rondom aan de buitenkant langs de tuinmuur.
Die nieuwe hoofdingang werd geïntegreerd met het uit vier bouwlagen bestaande metro- / treinstation Ràboðin.
Dit bestaat eigenlijk uit drie aparte stations, die vanwege de grote afstanden via transportbanden zijn verbonden.
De halte Ràboðin van de noord-zuidlijn onder Züzandar (Noordpromenade), hoek Rabad Zandar (Koningslaan).
Verder de perrons van de stadsringlijn, die meer in het paleis liggen, oppervlakkig ondergronds, op niveau -3.
Ten slotte het diepste emplacement, met flitsverbindingen naar Stadhuis, Ruimtehaven Noord en ambtswoningen.
Via de vier torentjesliften van beide aanbouwsels bereiken de functionarissen de perrons van dit besloten station.
De voornamelijk in de heuvel gelegen dependances zijn modern en overzichtelijk. En ontvangen veel daglicht.
Toch is deze afwijkende uitbreiding van buitenaf onzichtbaar, dankzij camouflage door onder andere beplanting.

Wederopbouw van de oude vleugels
Het oude hoofdgebouw werd vleugel voor vleugel gedemonteerd en element voor element opnieuw opgebouwd.
Een dergelijke ingreep zou bij ons vele miljarden euro hebben gekost en dus financieel onhaalbaar zijn geweest.
Bovendien hebben wij hiervoor, zowel kwalitatief als kwantitatief, niet de benodigde technologie en materialen.
Op een nieuw metaalskelet werden alle oude gevelplaten op zachte kunststofstrips mechanisch vast geperst.
Geen metselwerk meer, maar duurzame, verende constructies. Alle leidingen werden onzichtbaar weggewerkt.
Lichtarmaturen werden vervangen door indirecte verlichting. En later vooral door lichtgevend, intelligent glas.
Op de zuilen in de troonzalen werden zelfs de fakkels teruggeplaatst, met holografisch geprojecteerde vlammen.
Hier en daar is een granietplaat vervangen door gelijkogend kunststof paneel met miljoenen gaatjes of lenzen.
Die dienen als quadrafonische luidsprekers of holografische projectoren. Zetels bevatten uitklapbare computers.
Alle apparatuur werd vroeger via spraakgestuurde sensors bediend, maar tegenwoordig meestal via mobieltjes.
Weg klapbaar meubilair – vanwege de buitenplanetaire deelnemers – is nu vervangen door intelligente zitzakken.
Hout werd vervangen door op hout lijkend kunststof. Openslaande poortdeuren door magnetische schuifwanden.
De hoofddeur van de middenvleugel is thans bijna constant gesloten, die van de tuinpoorten permanent open.

Nóg authentieker dankzij moderne technologie
Alle paleistorens zijn tegenwoordig uitgerust met een centrale, cilindrische, doorzichtige lift op magneetinductie.
Alle liften lopen thans vanaf de dakterrassen tot de laagste ondergrondse verdieping en worden mobiel bediend.
Aangezien zowel liften als kokers zijn vervaardigd van ontspiegeld glas, zijn die gelukkig nauwelijks opvallend.
De gehandhaafde, oorspronkelijke, schroefvormige hellingbanen met leuningen passen hier perfect omheen.
Stijl en hoofdindeling van alle oude bovengrondse gebouwen zijn verder geheel in de authentieke staat hersteld.
Alle bordjes zijn weg. Je wordt nu via je mobieltje rondgeleid. De meeste publieksruimtes bevinden zich op -4.
Maar al met al zijn er toch veel ingrijpende wijzigingen doorgevoerd in het oorspronkelijke bouwontwerp.
Dit werd aanvankelijk als grove heiligschennis beleefd. Maar gedegen wetenschappelijke uitleg bood uitkomst.
De nieuwe situatie doet veel meer recht aan de authentieke meetkundige formules. Met minder compromissen.
Compromissen, die men in die oertijd wel moest sluiten, wegens toenmalig gebrek aan adequate technologieën.

Die massief houten, openslaande poorten vormden een doods element in de oorspronkelijke gevelharmonisatie.
Die nieuwe, magnetische schuifwanden, met ruiten volgens de standaard vakverdeling, zijn een forse verbetering.
De oude, grove vertanding van de kantelen, rammelde optisch behoorlijk bij alle drastische schaalsprongen.
Dit probleem is meetkundig perfect opgelost, dankzij een tweede guirlande van intelligent glas achter elke eerste.
Die toppen hebben geen staken, maar steken iets naar buiten uit, zodat ze qua diepte samen vallen met de rest.
Alle afstanden tussen toppen en loopvloeren zijn nu exact gelijk. En dus veel veiliger dan in de oude situatie.
Personen met alle gangbare lichaamslengtes kunnen nu beschut achter het glas lopen en naar buiten kijken.
Ook in de kappen van alle torens en dakkoepels kun je nu veilig via glaswanden van de uitzichten genieten.

Spelen met licht
Het meest gewaagde was het vervangen van het materiaal van de kappen van alle torens en dakkoepels.
Die hebben geen vaste kleur meer, maar variëren volgens de omgevingsomstandigheden en persoonlijke smaak.
Die peerkappen zijn nu eens blauwzwart, dan weer stralend goud, dan weer parelmoerachtig of constant variabel.
De meeste nachten zijn alle cilinderramen wit verlicht. Dan is het net, alsof alle peerkappen los in de lucht zweven.
Ook met het licht in de achterste rijen kantelen wordt uitbundig gespeeld. Zowel computergestuurd als handmatig.
Dit intelligente glas kan nu licht geven in alle kleuren van de regenboog en ook diverse golfbewegingen simuleren.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Paleistuin
Deze reusachtige, zorgvuldig onderhouden tuin, is een van de fraaiste van de planeet. En van ver daarbuiten.
Al vanaf het allereerste begin, contrasteert dit park expres qua vormgeving en kleuren met het Koninklijk Paleis.
Het is een en al asymmetrie, grilligheid, speelsheid en warme kleuren. Het lijkt het meest op een Japanse tuin.
Met vijvertjes, beekjes, watervalletjes en fonteintjes. En stenen en bamboe bruggetjes, muurtjes en poortjes.
Het wemelt er van de zitjes, prieeltjes, beeldjes en speeltjes. De beplanting is divers, met felkleurige bloemen.
Er zijn dramatische niveauverschillen aangebracht, maar de drie granieten oprijlanen lopen geleidelijk omhoog.
En eindigen aan het grote voorterras, waar ook ruimschoots plaats is voor zelfs vrij grote ruimteschepen.

De waterhuishouding wordt geregeld met speelse bamboe windmolentjes in allerlei maten en soorten.
Er zijn niveauverschillen van maar liefst tien meter, met soms een glasgeveltje van een ondergronds gebouwdeel.
Dit park is vrij toegankelijk voor het gehele volk, maar wordt het meest bezocht door regeringsfunctionarissen.
Tussen de vergaderingen vormen natuurwandelingen – met koningskoffie en snacks – welkome afwisselingen.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Ahúrabad – Bolwerkbrug
Spoorlijnen op viaducten komen vrijwel uitsluitend in en rond de hoofdstad Ahúrabad voor.
Dit komt omdat hier vroeger trams reden, die veel hoogte besloegen. Tunnels liggen dan minder voor de hand.

Aan de oostkant van de hoofdstad bevinden zich twee natuurstenen spoorbruggen.
De oostelijkste, langste, van in wild verband gemetseld oranjerood basalt, voor de oosttak van de perifere ringlijn.
Die loopt via Station Noordoost, over de in de Ahuran uitmondende Bàndiran en schiereiland Tweestromendorp.
Alwaar die een treinstation heeft. En verder over de Ahuran, via station Oost, station Zuid en verder.

De Bolwerkbrug lijkt op de genoemde Tweede Oostbrug, maar de stenen van de Bolwerkbrug zijn geelachtig.
Beide bruggen zijn gebouwd in arcadevorm en staan met hun natuurstenen poten in de bijbehorende rivieren.

Bolwerkbrug is een later gebouwd speeltje, als verlenging van de herbouwde stadsmuur van de wijk Bòmbadur.
Volgens bestemmingsplan worden alle afgebroken gebouwen vervangen door replica's van oude bouwwerken.
Vroeger reed over deze brug de opnieuw ingestelde stadstramlijn. Momenteel de stadstrein, als centrale ringlijn.
Op beide rivieroevers heeft deze metrobrug een knoopstation, met een pittoresk, hooggelegen restaurant.
Zowel de wijk Bòmbadur als de Bolwerkbrug worden in 2013 meer in authentieke stijl gebracht.
Daartoe vervallen de gele glazen koepelsystemen van beide stationsrestauraties van de Bolwerkbrug.
Gezien de aanstaande klimaatverbetering is trouwens nauwelijks meer behoefte aan overkoepeling.

Stadsdeel Bòmbadur – ook wel de Gele Stad genoemd – is de huidige naam van de vesting Bom ed Ahuran.
Deze nederzetting was de hoofdstad van de voormalige planetaire beschaving Obwàĝ.
En tevens de tweede van drie kernen, waaruit de huidige hoofdstad Ahúrabad is ontstaan.
De eerste stadskern is Ahúrabad Oud Centrum.
De derde een aan de zuidzijde van de Ahuran gelegen dorp – thans genaamd Ahúrabad Oud Zuid.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Ahúrabad – Oude Stadshart
Een vergelijkbaar bestemmingsplan geldt voor het oorspronkelijke, oude centrum van de hoofdstad Ahúrabad.
Alleen is men daar veel verder met het in de authentieke staat terugbrengen van dit miljoenen jaren oude stadje.
Slechts aan de west- en de zuidkant ontbreken nog enkele delen van de slotgracht en van de stadswallen.
Maar zelfs die worden in de loop van 2013 in oude luister hersteld. De Oude Stad wordt een levend monument.
Verschuiving van een deel van het – inmiddels eveneens monumentale – Havenkwartier is geen geschikte optie.
Daarom verdwijnt de dijk met promenade en vier treinsporen. De metro loopt dan enkele km meer ondergronds.

Alle renovatieprojecten worden liefdevol gedragen door bejaarde vaklieden en bevlogen studenten kunsthistorie.
In gildevorm werken ze samen om oude ambachten levend te houden voor huidige en toekomstige generaties.
Van de overheid kregen ze ontheffing voor het eigenlijk milieuvervuilende gebruik van vuur en hout.
Alle moderne technologieën werden in dit stokoude stadsdeel verwijderd of onzichtbaar weggewerkt.
Zelfs fietsen zijn taboe. Je komt hier maar te voet. En je kunt via je mobieltje worden rondgeleid .
De sfeer is middeleeuws. Je struikelt haast over de kinderhoofdjes van basalt of leisteen.

Volgens mij – nota bene een tramhobbyist – werd de tramlijn hier volkomen terecht vervangen door een metrolijn.
Die tram reed via Station Centrum langs de Oude Gracht – begrenzing van Oud Centrum – en Koninklijk Paleis.
Vanwege onderstellen, stroomafnemers en bovenleiding, domineerde deze tram dit stadsdeel toch bovenmatig.
De nieuwe metro neemt qua hoogte en breedte veel minder ruimte in beslag en is nagenoeg onopvallend.
Alle haltes liggen nu bescheiden onder de toegangsbruggen tot dit stokoude stadswijkje, met namen als:
Laarzenmakerbrug, Metaalgieterbrug, Koffiebranderbrug, Broodbakkerbrug en Fruittelerbrug.

De Oude Gracht is prima bevaarbaar en zeer pittoresk. Alle muren zijn opgetrokken uit lichtgrijze basaltblokken.
Aan de oost- en de noordkant vind je de lage en de hoge kade, met laag het zorgvuldig ingepaste stadsspoor.
Links bevindt zich de oude stadswal, grillig en speels, met begroeide uitstulpinkjes en schiereilandjes.
Binnenkort loopt de slotgracht opnieuw compleet rondom en krijgen we er een aantal herstelde bruggen bij.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

Ahúrabad – Centraal Station
De historie van dit – thans uitsluitend treinstation – hét Centraal Station van de hele planeet – is veelbewogen.
Het begon als gelijkvloers, tweesporig kopstation van de sneltram tussen de steden Ahúrabad en Hàmurabad.
De monumentale voorgevel en centrale hal zijn vaak verplaatst – met behoud van de meeste originele kenmerken.
Het hoofdgebouw is opgetrokken uit een marmerachtige steensoort, in diverse tinten beige en roodachtig bruin.
De centrale hal is hoog, met cilindervormige, bescheiden gedecoreerde zuilen en vlakke, marmerachtige vloeren.

Als vanouds bestaat de hoofdingang uit een gebouwbreed glasfront, thans met magnetische schuifwanden.
Daarboven prijkt een marmeren, symmetrische, stompe driehoek met de punt naar boven gericht.
Bij de huisstijl van de spoorwegen op Aurorion, hoort een verlichte, mintgroene bol met een donkerroodbruine ruit.
Uit respect voor authenticiteit, plaatste men hier een soort alziend oog, een bruine ruitovaal op mintgroen reliëf.

De heropende tram heeft korte tijd iets verhoogd door de hal gereden, met onderdoorgangen voor voetgangers.
Nu rijden er alleen nog metro's / treinen. En wel via vele lijnen. Alle sporen bevinden zich nu diep ondergronds.
Het is thans een stervormig knoopstation, met vijf hoofdrichtingen, maar eigenlijk in totaal acht zweefrichtingen.
Binnenkort heeft de toe te voegen witte lijn van de Vandra Metro op dit station haar diep ondergrondse keerpunt.

Ahúrabad Centrum ligt als vanouds aan het Centrumplein, Dörźid Zandur. Dit bestaat uit een centrale rotonde.
Met fraaie bloemperken, palmen, vijvers en fonteinen. Alle omgevende gebouwen harmoniëren in stijl met elkaar.
Dit centrale plein vormt de overgang tussen het oude stadshart, de noordelijke haventjes en het nieuwe centrum.
Via een lichtgrijze basalten poort komt men op de Bazandar, ofwel De Grote Promenade, ofwel De Boulevard.
Het Dörźplein geeft ook toegang voor voetgangers en overig verkeer via de Dörźtunnel tot stadsdeel Oud Zuid.

▲ Index Pagina

www.buitenaards.net

◄ Index Website

     DISCLOSURE     –     Hemel en Aarde   liefdevol herenigd